Ik zie de arts schrikken. “Ik kan me voorstellen dat je pijn hebt,” zegt hij. Au. Maandagavond 20.15 uur. Ik zit met mijn ogen dicht in de wachtkamer van de huisartsenpost. Dit is niet fijn. Ik kan niets zien. Althans, mijn zicht is wel scherp, maar wanneer ik mijn rechteroog open probeer te doen, wordt de pijn alleen maar heftiger en loopt mijn oog direct vol met tranen. Zand, zaagsel, ken je dat gevoel? Snel weer dicht doen, dus.
Ogen dicht
“Je hoornvlies is beschadigd. Een forse beschadiging. Je moet elke drie uur druppelen om een ontsteking te voorkomen.”
“Je hoornvlies is beschadigd. Een forse beschadiging. Je moet elke drie uur druppelen om een ontsteking te voorkomen. De genezing moet vanzelf gaan. Ogen dichthouden, dat bevordert het herstel. Morgen controle bij je eigen huisarts, het moet dan al een stuk beter met je gaan.”
Ongerust
Nou. Not. Echt niet. De volgende dag voelt hetzelfde als het moment waarop het gebeurde. Mijn 1-jarige dochter prikt met haar vinger in mijn oog. Zo’n meisje kan je dus – ongewild – flink in de problemen brengen. Boos ben ik niet, wel ongerust.
Controle
“Mijn 1-jarige dochter prikt met haar vinger in mijn oog. Zo’n meisje kan je dus – ongewild – flink in de problemen brengen.”
Maar na twee dagen en nachten, ogen dicht, gaat het veel beter. De dokter had gelijk, denk ik opgetogen. Bij de laatste controle zijn de arts en ik dik tevreden. “Knap werk, de beschadiging is bijna niet meer te zien.” Ik ben zooo opgelucht.
Eén voordeel van dit alles: ondanks de pijn doet deze ‘slaapkuur’ een mens goed, ik kan er weer helemaal tegen.